De noodzaak van gebitscontrole
Om fijn op je paard te rijden zijn 4 goede benen en een soepele mond essentieel. Wanneer het paard kreupel is, worden allereerst de hoeven netjes bekapt. En wanneer het paard lastig is in de mond, wordt tegenwoordig ook als eerste in de mond gekeken. Logisch toch ?
Vaak ontdekken we dan tijdens een grondige inspectie wolfstandjes, of zien we flinke beschadigingen van het wangslijmvlies, door hele scherpe punten en/of haken op de kiezen. Met de huidige kennis en materialen zijn deze pijnlijke ongemakken tegenwoordig heel goed te verhelpen. Paardrijden is niet altijd even gemakkelijk. Het helpt als uw stuur op orde is.
Haken
Tussen de 2,5 en de 5 jaar wisselen de melktanden en ontstaat het definitieve gebit. In deze periode worden de meeste paarden ook zadelmak gemaakt. Om de eerste kennismaking met het bit zo soepel mogelijk te laten verlopen EN om te voorkomen, dat verschillende tanden tijdens het wisselen scheef komen te staan, is het raadzaam om in deze periode het gebit enkele malen te laten nakijken. We maken de mond in balans.
Bij ons op stal slijten de tanden gemiddeld slechts 2 mm. per jaar. Vroeg of laat gaat het paard hierdoor moeilijker/langzamer eten (met lange tanden) en vertoond het allerlei klachten zoals een verminderd uithoudingsvermogen, verzet tijdens het rijden, lang en dof in het haar, knoeien met de brokken, vermageren, koliekverschijnselen, en tenslotte proppen voer die uit de mond vallen.